- Voor bloedtransfusies zijn drie verschillende informatiefolders beschikbaar. Het onderzoek heeft een beperkte beschikbaarheid; kijk in de informatiefolder in welke regio’s uw patiënt voor het onderzoek terecht kan.
- Om voldoende zekerheid te verkrijgen moet voor een bloedtransfusie de bloedgroep minstens twee keer identiek bepaald zijn uit twee afzonderlijk afgenomen monsters. Het laatste monster dient binnen 72 uur voor de geplande bloedtransfusie afgenomen te worden. Totdat de bloedgroep definitief bepaald is kan er uitsluitend O neg bloed uitgegeven worden.
. - Transfusies naar aanleiding van ’s morgens al bekende lage Hb’s moeten vóór 14.00 uur aangevraagd zijn, latere aanvragen leveren ernstige vertraging op bij de avonddienst.
. - Kruisbloed voor patiënten op het OK programma van de volgende dag moet vóór 14.00 uur op het lab aanwezig zijn, óók als dit via de poli bloedafname wordt geprikt. Indien meer dan 72 uur na deze bloedafname nogmaals bloed wordt aangevraagd, dient opnieuw EDTA-bloed te worden afgenomen voor een geldige antistofscreening.
. - Bij kinderen t/m 3 maanden dient t.b.v. de kruisproef óók bloed van de moeder te worden ingeleverd.
. - Bloedgroep, Rhesus factor D, antistoffen en transfusiehistorie kunnen opgevraagd worden via het cumulatief rapport van de patiënt (eventueel op het beeldscherm).
. - Bij het ophalen van bloedproducten dient een afslag van het patiëntenplaatje te worden meegebracht. De producten worden alléén uitgegeven als een volledig ingevuld aanvraagformulier op het lab aanwezig is.
Transfusiesredactie2020-02-22T14:54:56+01:00