Bloedingen, blauwe plekken of abnormaal bloedverlies

Het is bij bloedingen verstandig om zo spoedig mogelijk met de huisarts contact op te nemen. Neem daarna zo spoedig mogelijk contact op met Atalmedial trombosezorg. U krijgt dan, afhankelijk van de situatie, advies over het verdere gebruik van de antistollingsmedicatie.

Starten / stoppen medicijnen

Indien u start of stopt met medicijnen verzoeken wij u dit zo spoedig mogelijk door te geven. Soms moet er extra gecontroleerd worden bij het starten en stoppen van bepaalde medicijnen omdat dit van invloed kan zijn op de INR. Apothekers geven de informatie over verstrekken van bepaalde geneesmiddelen veelal direct aan Atalmedial trombosezorg door. De apothekersassistente zal dit tegen u zeggen. In dat geval hoeft u Atalmedial trombosezorg niet te informeren.

Ingrepen, vaccinaties en injecties

Wanneer u een medische ingreep of een tandheelkundige ingreep moet ondergaan, is het van groot belang dat er ruim van tevoren duidelijke afspraken worden gemaakt over het gebruik van de antistollingsmiddelen. Meld daarom altijd aan de specialist of tandarts welk antistollingsmiddel u gebruikt en vraag of u daarmee door mag gaan of dat u tijdelijk moet stoppen. In verband met de vaak noodzakelijke INR-controle vooraf, is het raadzaam de ingreep niet op maandag af te spreken. Bij bepaalde ingrepen door de tandarts streven we naar een INR onder 3.5 op de dag vóór de ingreep. Veelal krijgt u van de tandarts een recept voor tranexaminezuurmondspoeling om ná de ingreep een aantal dagen mee te spoelen.

Injecties in de spieren moeten zoveel mogelijk worden vermeden in verband met een grotere kans op bloedingen. De injectie dient onderhuids te worden toegediend. Voor injecties die uitsluitend in de spier kunnen worden gegeven, moet de antistollingsbehandeling mogelijk tijdelijk worden aangepast in overleg met Atalmedial trombosezorg. Voor een griepinjectie hoeft de dosering niet te worden aangepast.